Montagevoorschriften

Montagevoorschriften voor flexibele slangen

      1. Altijd torsie vermijden door:
        - monteren van de vaste koppeling
        - monteren van de losdraaiende koppeling
        - draai deze koppeling handvast en pas dan aandraaien met een sleutel en de flexibele slang zelf tegenhouden.
      2. Respecteer de buigradius.
      3. Tijdens de proefopstelling werd de correcte lengte van de flexibele slang reeds bepaald. Respecteer deze lengte bij de montage.
      4. Vermijdt kontakt met produkten zoals beton, cement, en chloorhoudende produkten zoals zeep. Roestvaststaal is gevoelig voor chloorhoudende produkten.
afb montagevoorschriften
 
 

 

Montagevoorschriften steekverbinding

    • De koperen buis moet glad en zuiver zijn, zonder bramen.
    • De inschuifdiepte moet op de buis gemarkeerd zijn.
    • De rode veiligheidsclip moet tijdens de montage en tijdens het in bedrijf zijn gemonteerd blijven. Alleen bij demontage mag deze worden verwijderd, zodat de demontage kan gebeuren.
    • De steekverbinding moet tot aan het einde worden ingeschoven.
    • Na montage even aan de slang trekken, dit ter controle en om de rvs klemring zich goed in het koper te laten verklemmen.
    • Bij het demonteren moet de rode veiligheidsclip worden weggenomen.
    • De messing ring dient men volledig ingedrukt te houden tot de slang afgekoppeld is. Dit om beschadiging van de buis te vermijden.
    • Bij toepassing steekverbindingen dient de koperen buis van de juiste kwaliteit te zijn (half hard) (hardheid 90 HV F 25). Volgens DIN EN 1057 en DVDW Blad GW 392. Eveneens de toestand R220 en R250 bekijken. (RAL-RG 641/1) Bij wanddiktes kleiner dan 1 mm een insteekhuls gebruiken DIN EN 1057 (Naadloze buizen uit koper voor water-gas-sanitair- en verwarmingsinstallaties) RAL RG (kwaliteitsinstantie koperen buizen). 
    • Tolerantie (in mm) t.b.v. koperen buis
      DN10   -0,05 / + 0,10
      DN12   -0,05 / + 0,10
      DN15   -0,05 / + 0,10