Montagevoorschriften
Montagevoorschriften voor flexibele slangen
- Altijd torsie vermijden door:
- monteren van de vaste koppeling
- monteren van de losdraaiende koppeling
- draai deze koppeling handvast en pas dan aandraaien met een sleutel en de flexibele slang zelf tegenhouden. - Respecteer de buigradius.
- Tijdens de proefopstelling werd de correcte lengte van de flexibele slang reeds bepaald. Respecteer deze lengte bij de montage.
- Vermijdt kontakt met produkten zoals beton, cement, en chloorhoudende produkten zoals zeep. Roestvaststaal is gevoelig voor chloorhoudende produkten.
Montagevoorschriften steekverbinding
- De koperen buis moet glad en zuiver zijn, zonder bramen.
- De inschuifdiepte moet op de buis gemarkeerd zijn.
- De rode veiligheidsclip moet tijdens de montage en tijdens het in bedrijf zijn gemonteerd blijven. Alleen bij demontage mag deze worden verwijderd, zodat de demontage kan gebeuren.
- De steekverbinding moet tot aan het einde worden ingeschoven.
- Na montage even aan de slang trekken, dit ter controle en om de rvs klemring zich goed in het koper te laten verklemmen.
- Bij het demonteren moet de rode veiligheidsclip worden weggenomen.
- De messing ring dient men volledig ingedrukt te houden tot de slang afgekoppeld is. Dit om beschadiging van de buis te vermijden.
- Bij toepassing steekverbindingen dient de koperen buis van de juiste kwaliteit te zijn (half hard) (hardheid 90 HV F 25). Volgens DIN EN 1057 en DVDW Blad GW 392. Eveneens de toestand R220 en R250 bekijken. (RAL-RG 641/1) Bij wanddiktes kleiner dan 1 mm een insteekhuls gebruiken DIN EN 1057 (Naadloze buizen uit koper voor water-gas-sanitair- en verwarmingsinstallaties) RAL RG (kwaliteitsinstantie koperen buizen).
- Tolerantie (in mm) t.b.v. koperen buis
DN10 -0,05 / + 0,10
DN12 -0,05 / + 0,10
DN15 -0,05 / + 0,10